Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Als zij [22]hun dorpel stelden aan Mijn dorpel, en hun post nevens Mijn post, dat er [maar] een [23]wand tussen Mij en tussen hen was, en verontreinigden Mijn heiligen Naam met hun gruwelen, die zij deden; waarom Ik ze verteerd heb in Mijn toorn. 22. Dat is, onbeschaamd in mijn huis invoerden en bedreven allerlei afgoderij, bijgeloof en menselijke inzettingen, willende alzo mij en den duivel samen dienen, tempel aan of in tempel bouwen, als tot mijn spijt. Vergelijk hiermede boven hfdst.8:, en inzonderheid hfdst.8 vs.7,8,9,10, enz., en wijders 2 Kon.16:14, en 2 Kon.21:7, en boven hfdst.23 vs.39. 23. Zie boven hfdst.8 vs.8,9. Anders: en [stelden] een wand tussen mij en tussen hen; dat is, scheidden zich van mij af door hunne gruwelen; zie Jes.59:2.